Categorieën
pers

Hard werken zonder overuren

Hard werken zonder overuren

Vacature: rubriek: Mag ik Vragen, VRAGEN OVER JE WERK EN LOOPBAAN? van Katleen Weytjens

Beste Katleen,
Twee maanden geleden maakte ik de overstap naar een snelgroeiende onderneming. De functie en de collega’s vallen enorm mee. Wel heb ik moeite met de gewoonte die er in het bedrijf bestaat om langer te werken. Normaal is het zo dat iedereen tot 17 uur moet werken, maar dat gebeurt nooit effectief. Als ik op dat tijdstip wil vertrekken, durf ik niet omdat iedereen langer blijft. Moet ik daar rekening mee houden en ook langer blijven? Of kan ik zonder wroeging de deur achter mij dichtslaan?
Gewetensbezwaarde.

Beste gewetensbezwaarde,
Je bent niet alleen met je probleem. Nog deze maand werd in de Verenigde staten een belangrijke studie gepubliceerd: 53% van de werknemers voelden zich opgebrand op hun werk ten gevolge van stress. Lange werkuren werden als een van de hoofdoorzaken aangegeven. Tevens werd aangetoond dat het rendement onder langdurige stress sterk daalt door toename in het ziekteverzuim en vermindering van het engagement van de werknemer. De verliezende partij ben jij dus niet alleen, maar op lange termijn ook je werkgever. Dit lost je probleem natuurlijk niet op want je moet je boodschap nog aan je baas verkocht krijgen. Jij wil om 5 uur naar huis en hij wil inzet, motivatie en vermoedelijk rendement. “Ik denk dat je best eens met hem gaat praten op een rustig moment (waarschijnlijk heeft hij ook stress, en je hebt zelf al ervaren dat dat niet je meest creatieve momenten zijn!?)”, raadt dr. Paul Koeck van het Competence Management Institute aan. “Bij voorkeur vraag je hem, op een vriendelijke en rustige manier om een persoonlijke afspraak op zijn kantoor. De eerste vraag is wat jij in hem als baas kan appreciëren (overwerken is dikwijls verdoken vorm van respect vragen van je omgeving – je weet wel – “lonely at the top” zegt men wel eens.) Als volgende puntje, moet je eens voor jezelf nagaan wat hij écht van jouw werk verlangt. Misschien kan je hem wel aantonen dat jij die dingen die hij het belangrijkste vindt beter zal kunnen doen als je minder stress hebt.
“Komt de druk om langer te werken van je collega’s en niet zozeer van je baas, dan moet je baas ingrijpen.”
Je moet je boodschap verpakken in het pakje dat hij het liefste ziet! Pas dan ben je klaar voor je gesprek. Je begint je gesprek met eerst duidelijk te benadrukken wat jij in hem apprecieert als baas, dat je beseft welke verantwoordelijkheid hij draagt en ziet hoezeer hij zich inzet voor de zaak. Pas als je merkt dat je appreciatie haar doel bereikt kan je met hem bespreken dat ook jij je job goed wil doen en net om die reden wil vermijden dat je rendement zou verminderen door eronderdoor te gaan en dat je daarom met hem wil bespreken hoe jij je job binnen de normale werkuren goed kan kan afwerken zodat jij binnen je werkuren maximale inzet, motivatie en rendement kan leveren”, besluit Paul Koeck. We gaan hier wel uit van de situatie dat enkel je afdeling en je naaste collega’s de gewoonte hebben om regelmatig langer te werken. In dat geval kan je naar een hogergeplaatste stappen, en heeft die waarschijnlijk wel begrip voor je probleem. Anders is het als de cultuur van echt het hele bedrijf zo is. Dan ligt de oorzak van je probleem waarschijnlijk bij de aanwerving. Wist je, toen je je contract ondertekende dat het in heel het bedrijf de gewoonte was om hard te werken? Dat er de mentaliteit hangt van ‘het werk moet gedaan zijn, hoe laat we er ook voor moeten blijven’. Waarschijnlijk was er een slechte communicatie bij de aanwerving. En dat is dan een managementfout waarvan jij nu de gevolgen draagt. Komt de druk om langer te werken eigenlijk van je collega’s en niet zozeer van je baas, dan moet je baas ingrijpen. Want die mentaliteit is niet de bedoeling. Hij kan dit oplossen door bijvoorbeeld flexibele werkuren in te voeren. Via dit systeem neemt hij de druk weg. Het is dan immers normaal dat je vroeger naar huis gaat, als je ook vroeger begint.

Categorieën
pers

Stressmanagement – Meetbare stress wijkt voor groter competentie

Europese richtlijnen, wetenschappelijk onderzoek en de toetsing met de praktijk stuwen het stressmanagement richting objectivering. Het fenomeen stress wordt steeds beter meetbaar, wat de remedies meer resultaatgericht zal maken. Wie de weerslag van stress op de competenties inziet, kan de ontwikkeling van die laatste aangrijpen om zelfs veel meer te doen dan stress te bestrijden en te voorkomen.

Door de Europese richtlijn over de psychosociale factoren raakte onder meer ook stress opgenomen als een factor in de nieuwe Welzijnswet in ons land, die op haar beurt een stuk uitvoering is van een Europese richtlijn. Deze wetgevende ontwikkelingen zijn niet onbelangrijk voor de manier waarop voortaan met stressmanagement zal worden omgegaan. “Aan het woord is dr. psycholoog Sim Moors, hoofdauteur van het boek ‘Stress & Werk: oorsprong en aanpak’ uit 1994, waarin twaalf deskundigen uit de Benelux en Frankrijk hun onderzoeksbevindingen en ervaringen met de problematiek van stress op het werk bundelden. Het boek werd een referentiewerk in de materie. Sim Moors, de administrateur generaal a.i. van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (NOVA), volgt de ontwikkeling inzake stress op de voet en hij verklaart waarom de wetgevende initiatieven zoveel impact zullen hebben.

De queeste naar vergelijkbaarheid

De nieuwe Welzijnswet legt de nadruk op de risicoanalyse. Dit gaat meestal gepaard met vragenlijstonderzoek, wat dan ook in omvang en belang zal toenemen. Vooral de vragenlijsten met een ernstig referentiebestand zullen aan belang winnen. Zij raken stilaan gestandaardiseerd. Om te weten of de geboekte scores hoog of laag zijn, bestaan er immers geen absolute normen, maar moet men kunnen vergelijken met scores elders, hoe meer hoe betrouwbaarder. Tot nog toe gebeurde het vaak dat men uit bestaande vragenlijsten de meest toepasselijk geachte delen overnam om zo een zeer eigen onderzoek uit te voeren, maar het nadeel daarvan is dat de resultaten aan niets te toetsen zijn.”

Inmiddels zijn er steeds meer goede gestandaardiseerde vragenlijsten. Namen als Spielberg en VOS-D circuleren al langer, maar een recentere lijkt het neusje van de zalm, met name de Nederlandse VBBA-lijst. Sim Moors hierover: “Deze lijst heeft zeer goede psychotechnische kwaliteiten en bevat uitstekende metrische instrumenten.” In België werkt de VZW Quest met deze Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA). Een paar Nederlandse deskundigen stelden hem op punt om er de psychosociale factoren en stress in de werkomgeving mee te onderzoeken.

Leren stress verkopen

De vragenlijst wordt in Nederland naar verluidt op grote schaal gebruikt en zou zeer betrouwbare en bruikbare resultaten opleveren. De VBBA steunt op een gegevensbank met zeer veel vergelijkingsmateriaal en op een grondige inventarisatie van een vijftigtal veel gebruikte instrumenten in de Verenigde Staten, Scandinavië, Duitsland en Nederland. De vragenlijst spitst zich toe op de kenmerken van het werk, de werkorganisatie en relaties op het werk, de arbeidsvoorwaarden en de werkstress. De antwoorden erop geven aan welke aspecten in de arbeid en organisatie verbetering kunnen gebruiken. De resultaten zijn dus adviezen om knelpunten, verzuim en verminderd functioneren in de arbeidssituatie aan te pakken.

Quest geeft een opleiding waarin enquêteurs niet alleen leren hoe ze best de vragen aanbrengen en de antwoorden invullen, maar ook hoe ze de resultaten kunnen interpreteren én ze ‘verkopen’ aan de verantwoordelijken die er lessen uit moeten trekken. De VBBA-gebruiker leert ook de resultaten aanvaardbaar voorleggen en ze als een project voorstellen door er meteen suggesties voor oplossingen aan te koppelen. Het VBBA-gebruik vergt ook voorbereiding. Uit een algemene bedrijfsverkenning zal blijken of de vragenlijst naar de hele organisatie moet of slechts naar een deel ervan, hoe men de enquête logistiek op het getouw zet, of dit wel het geschikte instrument is en of er geen valse verwachtingen worden geschapen.

Beleidsinstrument in de dop

De privévereniging Quest voert de ingevulde vragenlijsten elektronisch in. Zij interpreteert de onderzoeksresultaten en toetst deze aan de normgroep en het landelijk referentiebestand. De vereniging begeleidt ook interpretatieconsulenten en verwerkt de gegevens statistisch. Quest huurt niet toevallig kantoorruimte in het gebouw van het Nationaal Onderzoeksinstituut Voor Arbeidsomstandigheden (NOVA), waarmee ze samen het landelijk referentiebestand beheert. Sim Moors verwondert het niet dat zulke privé-initiatieven nu van de grond komen en hij steunt ze moreel. Stilaan bouwt NOVA met de VBBA-resultaten ook een eigen gegevensbestand uit (naast het al rijke Nederlandse bestand) om ook hier allerhande toetsingen mogelijk te maken. Voor NOVA kan er zo een beleidsinstrument ontstaan. Het instituut wil dan ook gerust met andere partners samenwerken om met even degelijke vragenlijsten het gegevensbestand aan te vullen. Hoe meer men meet, hoe meer men weet. Zo krijgt ook de wereld van het personeelsbeleid bruikbare instrumenten.

“Naarmate de inzichten in het geheel van stressgerelateerde mechanismen groeien, ontdekken we steeds duidelijker dat de stressfactoren ook de elementen zijn die een slechte organisatie veroorzaken,” stelt Sim Moors vast. Hij ziet een vicieuze spiraal ontstaan tussen beide facetten van in feite één probleem. Een goede organisatie is er één met weinig of geen overbelasting van de medewerkers. Die interactie zal het management moeten inzien, meent Moors. Is het dan dweilen met de kraan open, als men stress alleen aanpakt en de slechte organisatie ongemoeid laat? Sim Moors: “Een goede stressaanpak zal de organisatie ook wel ten goede komen.”

Zie de inefficiëntie

Dr. Paul Koeck denkt er net zo over. Deze deskundige zette zijn ervaringen in stressbegeleiding – een begrip dat altijd probleemconnotaties oproept – om tot een model voor competentiebeheer. Want negatieve stress tast de competenties aan, maar positieve stress kan deze in een stroomversnelling brengen. Een van zijn vuistregels om stress op te sporen luidt: let op chaos en inefficiëntie. Naast de fysisch en psychische signalen zoals hartkloppingen, maagzweren, ongewone bitsigheid of emotionaliteit zijn concentratieverlies en wanorde tekenen aan de wand.
De problemen verhelpen doet men volgens Paul Koeck vaak best niet door mensen met de neus op een stressprobleem te drukken, maar door de ontwikkeling van hun competenties aan te pakken. “Dat is de grootste hefboom om negatieve stress om te buigen tot positieve,” meent hij. “De keuze om niet aan de stress te werken, neemt op zich al stress weg, want het voorkomt negatieve beelden. Stressbegeleiding werkt in feite door zijn benaming vaak al stressverhogend.”

Verschenen in PERSONEEL & ORGANISATIE

Categorieën
pers

Onzekerheid omzetten in hanteerbare onvoorspelbaarheid

Dossier Post-modern Management – Aflevering II

De thesis van het eerste artikel uit dit dossier was duidelijk: eigenlijk moet de top van eender welke eigentijdse organisatie voornamelijk leren omgaan met veranderingen en het veranderingsproces in alle geledingen van de eigen organisatie goed coachen. In zekere zin komt dit voor managers neer op: jezelf én de anderen leren omgaan met verandering. Een ideaal geplaatst man om over ‘zelf-coaching’ te horen praten is Dr. Paul Koeck. Niet alleen heeft hij persoonlijk een C.V. en een prestatielijstje van een ontzettend hoog niveau, hij heeft ook een eigen kijk op -en eigen systematische oplossingen voor- ‘post-modern’ human resources management. En hij gaf prompt een defenitie aan de vondst waar wij zo fier op zijn, ‘post-modern management’… We hebben ze meteen als titel voor deze aflevering gebruikt. Op het moment dat hij net een nieuwe workshop had klaargestoomd in het kader van zijn Solution Focused Management benadering, peilden wij naar zijn nieuwste inzichten…
Dr. Paul Koeck is momenteel zelf grondig ‘gefocused’ op het methodisch ontwikkelen van de competenties, die eigenlijk in ieder van ons schuilen, maar waarvan de kunst uiteraard is ze aan de oppervlakte te krijgen en vervolgens… bruikbaar te maken, als pure human resources-tool. Voor Paul Koeck is de ‘Competence Life Cycle’ niet grondig verschillend van de ‘Product Life Cycle’. En dat dié sterk verkort, weten we allemaal. Over zijn zopas van stapel gelopen Competence Management Workshop kan hij honderduit vertellen. Precies de dag van het gesprek is het ‘werktuig-voor-achteraf’, dat de deelnemers aan de workshop meekrijgen, gereed gekomen. Wat op het eerste gezicht uitziet als een nogal lijvige Filofax, blijkt een verfijnd dagelijks werktuig te zijn, dat time-management en competence management combineert en vooral: voor de gebruiker tot iets vanzelfsprekend. Eindelijk eens een seminar waar je daarna blijvend iets aan hebt en, als het van Dr. Koeck afhangt, ook blijvend iets mee doet.

Dokter genees je zelf…

‘Ik ben zelf begonnen onze agenda te gebruiken en kijk, de dokter geneest zichzelf: ik merk op dat ik veel beter op de essentie gefocused ben!’ Dr. Koeck glimlacht, maar wij kennen hem al een beetje en weten dat hij het meent. ‘Als het dag-doel dat je agenda je doet stellen onder de noemer ‘pro-actief zijn’ valt, dan geeft dat feit zelf je al een kick, je realiseert je opeens dat die in-vraagstelling van het ‘ik’ je echt een zetje geeft, om over jezelf iets bij te leren. En het vast te leggen, natuurlijk…
Hij is dus duidelijk tevreden met zijn nieuw product. Zijn ‘Competence Management Workshop’ is een stukje van een hele begeleidingspolicy en dat is zeker niet alledaags. De workshop zelf is niets anders dan de retraites die wij als middelbare leerling in het vrij onderwijs allemaal te slikken kregen. De agenda ondersteunt het dagelijks functioneren achteraf. Daarbij wordt het klassieke tijdgebruik aangevuld met een projectmanager, een privé-aankopenplanner… Die geven trouwens bij een eerste kennismaking vaak een déclic ‘hé, dat is een vondst’. Het haalt sommigen zelfs over de brug om er mee te beginnen. ‘Hij kijkt naar de nabije toekomst en ziet probleemloze mogelijkheden om de huidige analoge agenda te vervangen door een pure software-versie. Mooi, maar nu gaan we zijn Solution Focused Management benadering even toepassen op onze ideetjes over post-modern management. Hij speelt gewillig mee…

De belaagde manager

Nadat wij bondig schetsen wat we onder post-modern management verstaan, met centraal het probleem van het verwerken van de vele signalen die op de eigentijdse leidersfiguur afkomen en de druk die daaruit ontstaat, staart de therapeut in Paul Koeck even wijs naar het plafond en verrast ons dan met dit: ‘Naarmate onze geheugenfuncties meer onder druk staan, stijgt de adrenaline wordt ons geheugen voor krampachtig gedrag groter. Krampachtig staat dan voor: traditioneel, beroepsmatig, routineus. Wie oplossinggericht is, denkt creatiever, hij denkt associatief, neemt een brok info in zijn geest op en weet daar dan wel professioneel mee om te springen. Creativiteit -en dan bedoel ik niet die van de artiest- is meer dan het belichten van creatieve momenten, creativiteit moet worden gestructureerd. Je moet met andere woorden als manager een extra vaardigheid proberen te verwerven: de creatieve processen aanspreken, activeren en structureren.’ Hij ziet de traditionele koffiepauze in dat verband als ‘gefundenes Fressen’: recent onderzoek wijst uit, dat wij om de 90 minuten ongeveer een moment van verstrooidheid krijgen. Na die periode neemt onze aandacht af, we denken minder planmatig en rationeel. We zijn verstrooid en dus… we kunnen creatief worden! Nu verhoogt cafeïne juist de adrenalinespiegel, dus de normale neiging totverstrooidheid vermindert, de cafeïne verhoogt kunstmatig de stress en blokkeert zo het proces van natuurlijke creativiteit.’

Leven volgens het model

Hoe belangrijk zijn profielen van ‘ideale managers’ en perfecte leidersschapmodellen als na te volgen voorbeelden? Dr. Koeck:’ Vaak is de manager van het jaar een man die veel leest over management en die zelf zijn gewenste kennis-mix samenstelt. Een echt manager is iemand die groeit in het manager-zijn. Hij doet dat bewust: welke resources heb ik al en hoe kan ik die doen aangroeien. Éen middel is dit: succesvolle mensen blijken steevast van… andere succesvolle mensen te leren, door het inpassen in hun eigen karakter van delen van de elementen, die het succes van hun voorbeelden vormen.
Dit principe, plus de interactie met uw omgeving leidt tot de ontwikkeling van uw eigen stijl. En dan is er natuurlijk het constant actief bijleren, het aanpassen, dus eigenlijk het uitbreiden en beheren van uw competenties. Zo zie je, dat we automatisch uitkomen bij het uitgangspunt van mijn Competence Management Workshop… Eigenlijk stimuleer ik in die cursus precies het hier beschreven proces, een techniek die de meest succesvollen al bewust of onbewust toepassen!’

Gezag uitstralen, gezag ondergaan

Paul Koeck: ‘Het probleem van het omgaan met gezag zie ik liever omschreven worden als: wanneer ervaren mensen gezag als ‘efficiënt’? Als gezag je het gevoel geeft, dat de uitoefenaar ervan er voor zorgt dat de afstand tussen je ‘verwachtingspatroon’ en de ‘realiteit’ positief wordt beïnvloed, dan wordt gezag als positief ervaren. In het omgekeerde geval ontstaat er negatieve stress, die de creativiteit en het vermogen om uw doel te bereiken al snel doet blokkeren.’ Hij gaat een stap verder dan de vraagstelling:’ In dit verband is het begrip respect cruciaal. Respect zorgt ervoor, dat de persoon die het ontvangt zijn aandacht beter gaat toespitsen op dingen die hij kan realiseren. Op voorwaarde dat het respect authentiek is.
Dat kan, maar dan in een leiderschapsmodel dat ondergeschikten weet te responsabiliseren?’ (Een conlusie die wonderwel past bij de resultaten van de PA Consulting studie, die we in onze eerste aflevering van Post-modern Management behandelden…)

Met Westerse doelgerichtheid

Het kundig selecteren, van wat bruikbaar is tussen al die beschikbare informatie, lijkt ons ook zo’n typische kunst. Paul Koeck heeft geen moeite met het bepalen van geldige selectiecriteria: ‘Voor iemand uit onze Westerse cultuur is het doelgerichtheidsprincipe vanzelfsprekend. Ons monotheïsme is een voorbeeld van doelgerichtheid: de hemel met de ene God. Bedrijven doen dat in sé ook: het onbereikbare nastreven en vanuit die dynamiek: het bundelen van krachten om het doel te bereiken. De kern van de zaak is dus het bepalen van de strategie om het hogere doel te halen, wat bedrijven graag vertalen in hun business mission. Dan wordt de vraag eenvoudig: beschikbare informatie moet rechtstreeks functioneel zijn, dat is het eerste selectiecriterium. De manager die informatie gaat selecteren moet achterste-voren leren denken: niet ‘wat is de mogelijke added-value’, wel ‘welk type van informatie ga ik vanaf nu bewust opzoeken, in functie van…’ Of anders gezegd: welke bijdrage tot de added value is de grootste? In het kader van de Competence Management benadering wordt dat: welke zijn de x projecten die ik dit jaar wil doorvoeren en afronden.

De beslissingnemers…

Beslissingen nemen of ‘decision making’ is iets waar managers voor worden vereerd of worden verguisd. Paul Koeck weet ook hier onze klassieke opvatting meteen te doorprikken: ‘Decision making zou betekenen: een keuze maken? Njet. Al onze verworvenheden zijn het gevolg van keuzen. Voor mij is kiezen niet uitsluitend het moment zelf van de keuze, of van het nemen van het besluit, als je wilt. Kiezen is een iedere dag aangescherpte vaardigheid. Leren kiezen is dan een continu interactieproces met de informatie die u bereikt. Ik zou op dit punt wel graag het begrip ‘onbewuste keuze’ willen invoeren: uw keuzen beïnvloeden uw woorden; uw zelf opgebouwd keuzeprofiel leidt tot zelf opgelegde prioriteiten; uw business strategie zal dus ook vertrekken van uw opgebouwde keuzeprofielen! Gevolg: vrijheid en efficiëncy hangen samen. Naarmate de keuzemogelijkheden groter zijn, wordt er beter gemanaged. En hoe rijker ons zelfopgebouwde referentiekader is, des te veelzijdiger ons beleid. Dat proces evolueert doorlopend: zelfs ons gesprek van vandaag bevat een stuk specifieke interactie.
Die neem je mee, als ‘ervaring’, naar de volgende realiteit of groep. En de nieuwe ‘kennis’ uit dit gesprek speelt in op de relatiepatronen in die volgende realiteit of groep. Hier sluiten we trouwens aan op het oude concept van ‘planning’. Dat luidt: onzekerheid in voorspelbaarheid omzetten. Wel als je een defenitie van post-modern management wilt, is het deze: ‘onzekerheid omzetten in hanteerbare onvoorspelbaarheid!’

Managers zijn geen bodybuilders

Volgens het aloude maxime ‘sana mens in corpore sano’ is Paul Koeck erg geïnteresseerd in de ‘machine’ van menselijk lichaam en geest. Vanuit zijn opleiding als arts, (psycho) therapeut (zelf hoort hij liever ‘stress-begeleider’), MBA bij Vlerick, baccalaureus in de filosofie én specialist sportgeneeskunde zou je verwachten dat hij een adept is van een doorgedreven fysieke cultuur, voor het kweken van de superman-manager. Voor de ‘Rambo’s’ onder ons is er echter slecht nieuws… Er is natuurlijk het onwegneembare belang van een goede fysische basisconditie, los van de leeftijd. Wat is zorgen voor een goede fysieke conditie? Heel gewoon: het wegnemen van de fouten van onze moderne maatschappij. Er bestaat dus wel een set basisregels, maar het risico is, dat de gezondheid gaat beschouwd worden als een heilig huisje, waarin je ook weer de perfectie moet bereiken. Laat het ons bij het volgende houden: normaal gezien leeft ieder mens zoals het kàn, dat is in zekere zin meteen ook ‘gezond’ leven. De basisconditie is niet het voornaamste. Bij oudere managers bijvoorbeeld is de werkelijke reden voor stress die ik vaststel, dat ze gewoon minder goed zijn voorbereid om de ‘competence development’ filosofie te implementeren. Ze hebben geleefd in een onveranderlijk wereldbeeld, en nu blijken ze in een juist snél veranderende wereld te zitten. Ze hebben dus nooit beseft dat ze daarover moesten nadenken en vooral… dat ze er iets aan moesten doen. Maar nu even terug naar het vraagstuk van de basisgezondheid. Ik kan je daar een modelletje van opbouwen. In feite komt het hierop neer: de basisconditie van de mens schommelt. We nemen het voorbeeld van mijnheer X. Die gaat er over een bepaalde periode twee keer onderdoor. Als zijn fysieke conditie verbetert zal hij er de volgende periode maar één keer door zitten? Als ze achteruit gaat, valt hij x keer vaker uit. Maar gezondheid is géén norm en géén religie. Het leven is in de eerste plaats leven.’

Laurent Hauwaert.

Download het volledig artikel: (pdf) Onzekerheid omzetten in hanteerbare onvoorspelbaarheid