Categorieën
pers

Elke kmo is verplicht levenslang bij te scholen om te groeien

Wie vandaag zichzelf en zijn medewerkers niet regelmatig op de hoogte brengt van de nieuwste ontwikkelingen, die ziet zich door zijn concullega’s in sneltreinvaart voorbijsteken. Kennis bepaalt vandaag de hartslag, de efficiëntie en de toekomst van een bedrijf. Deze kennis mag niet uitsluitend beperkt blijven tot de kennis van het vakgebied waarin men actief is.

Het is vanzelfsprekend dat een bedrijf dat zich specialiseert in een bepaald vakgebied ook alle mogelijke expertise op dat domein, in huis haalt. Maar er is meer. Elke kmo moet zich vandaag bekwamen in materies die niet noodzakelijk vanzelfsprekend zijn: personeelsbeleid, verkoopstrategie, boekhouding, fiscaliteit, debiteurenbewaking en nog zoveel meer. Elk domein is zo complex geworden dat specialisatie zich opdringt. Een kmo kan vandaag niet langer alle competenties in huis hebben die nodig zijn om het bedrijf verstandig en efficiënt te leiden. Gelukkig heeft onze maatschappij zich ontwikkeld in diverse vakgebieden, waarbij iedereen zich specialiseert in een bepaalde “niche” en die expertise wil/kan overdragen op de leidinggevenden in een onderneming.

Om ons te informeren over de vele mogelijkheden die vandaag beschikbaar zijn inzake opleiding en coaching, nodigden we enkele belangrijke spelers in dit marktsegment uit voor een ontbijtvergadering en een panelgesprek. Zaten samen met ons aan tafel:

  • Nensi de Heer (Cosmolingua)
  • Evelien Den Tandt (Swiep)
  • Ann De Wit (Implements)
  • Ronald Franck (Furbo Training & Consulting)
  • Geert Frans (GC-Advies)
  • Paul Koeck (Coachteam)
  • Danny Lauwers (Antwerp Management School)
  • Vanessa Lauwers (U-man)
  • Michèle Lemmens (QI Talents)
  • Nicky Locktich (Coactiv)
  • Marleen Miechielsen (Graydon Belgium)
  • Christel Pintens (VDAB)
  • Germaine Rediger (Indialogue)
  • Corinne Reynders (Zenitor)
  • Patrick Van Aeken (ACT Partners)
  • Werner Van den Eynden (Ik weet het)
  • Marc Vermeulen (M-arc)

Wat kunnen deze experts ons – de kmo’s – bijbrengen? Waar bestedende kmo’s, naar hun inzicht, mogelijk te weinig aandacht aan? De antwoorden zijn leerrijk.

Wie is wie?

In welk onderdeel van opleiding of coaching zijn de panelleden precies actief?

Paul Koeck: Coachteam is vooral actief in leadership, coaching en communicatievaardigheden, naar zowel grote als kleine bedrijven. Daarnaast heb ik vanuit mijn medische achtergrond als geneesheer ‘Mijn kwartier’ opgericht, een online platform voor zelfcoaching’, een zelfhulpprogramma voor stress, angst, depressie en burn-out, gekoppeld aan online begeleiding.

Corinne Reynders: Sociaal verzekeringsfonds Zenitor is een onderdeel van Unizo. Onze corebusiness is het coachen van ondernemers in het ondernemen. Onze opleidingen zijn gericht op het versterken van de competenties en de bedrijfsvoering: netwerken, leiderschap, inzichten in bedrijfsvoering,…

Evelien Den Tandt: Swiep leert managers en hun teams spelenderwijs ontdekken hoe ze positief en constructief kunnen communiceren en samenwerken. Daarvoor gebruik ik toegepaste improvisatie, de oefeningen die improvisators in hun opleiding krijgen. Daardoor leren mensen om zich snel aan te passen in onvoorziene omstandigheden en om zich flexibel op te stellen en meer probleemoplossend te gaan denken vanuit een positieve attitude. Improviseren wil niet zeggen dat je er zomaar iets uitflapt, maar dat je alert bent en goed opneemt wat er rond u gebeurt.

Geert Frans: GC-Advice is gespecialiseerd in logistieke opleidingen, een sector met een enorme groeimarkt. Vandaag krijgt een vrachtwagenchauffeur een basistraining, maar in 2016 zal hij verplicht een 35 uur durende opleiding moeten volgen.

Marleen Miechielsen: Graydon Belgium is vooral bekend voor alles wat met credit management, risk & compliance, marketing intelligence en incasso te maken heeft.. Onze opleidingen zijn organisch gegroeid uit onze andere diensten. Onze klanten volgen vooral financiële opleidingen: analyse van de jaarrekening, creditmanagement, telefonisch incasseren, stimuleren van betrokkenheid van de verkoop bij debiteurenbeheer… Daarnaast geven wij ook vaardigheidstrainingen rond communicatie, time management,…

Nicky Locktich: Coactiv run ik samen met mijn echtgenoot, Eric Derie. Coactiv is gespecialiseerd in advies, training en coaching op het vlak van change management, leadership en het ontwikkelen van commerciële vaardigheden. We leveren voornamelijk maatwerk maar bieden ook open verkoops- onderhandelings- en communicatie trainingen.

Ik zelf begeleid en coach managers en teams. Voor bepaalde trajecten , gebruik ik daar ook paarden bij. Op maandag 28 april verscheen daarover een reportage in het VRT-programma Café Corsari. Een paard is heel sensitief en reageert zonder vooroordelen op onze menselijke gemoedstoestand… Via een paard kunnen managers leren hoe ze anders met zichzelf en anderen kunnen omgaan.

Marc Vermeulen: Met M-arc doe ik aan abdijcoaching van managers, waar ik trouwens ook een boek over heb geschreven, en dat gebaseerd is op een experiment. Zelf ben ik ongelovig en abdijcoaching heeft niets met religiositeit te maken, maar puur met het overnemen van het leven van deze mensen, kijken naar de symbolieken, kijken welke linken kunnen worden gelegd. Ik schrijf ook bedrijfstheaters en doe veel aan werkplekleren of ik ga met de deelnemers wandelend leren, gewoon de straat op. Mijn specialiteit is enerzijds leidinggevenden ondersteunen en trainen in het vermijden van de grootste valkuilen en anderzijds agressietraining en overvaltraining. Ik houd van moeilijke opdrachten, van het ontwarren van knopen waar mensen zelf niet uitgeraken.

Ronald Franck: Furbo Training & Consulting is actief in logistieke opleidingen: rijden met de vorkheftruck of met een ander vervoersmiddel, alsook preventie-opleidingen, juridisch advies, hoe je veiligheidscultuur op een hoger niveau brengen.

Werner Van den Eynden: Wij werken onder de pretentieuze merknaam ‘Ik weet het’ en we zijn voornamelijk actief in de zorgsector. We hebben gezien dat een aantal dingen uit de zorgsector heel toepasselijk zijn op kmo: ergonomie, EHBO, evacuatie, omgaan met lastige mensen, omgaan met agressie (voorkomen),… zijn niches van ‘Ik weet het’.

Nensi de Heer: Cosmolingua geeft taaltrainingen. Enerzijds is dat Engels en Frans voor bedrijven, op maat gemaakt. Anderzijds en sterk groeiend is dat Nederlands voor anderstaligen. Wij zijn o.a. partner voor FOREM in Wallonië, de tegenhanger van de VDAB. Die sturen ons zeer regelmatig hoog opgeleide werklozen, die veel kans hebben om een job te vinden, vooral in en rond Brussel op voorwaarde dat ze perfect tweetalig zijn. In Wallonië wordt veel gedaan om het Nederlands te stimuleren. Met deze mensen doen wij de traditionele taalcursus, maar daarnaast ook sollicitatiegesprekken e.d. Een niche is de medische sector. Momenteel komen er enorm veel buitenlandse zorgverleners naar ons land.

Ann De Wit: Implementis is ontstaan in 2008 en gespecialiseerd in het verbeteren van winstgevendheid: productiviteit verhogen, werken in een projectteam, bedrijfsprocessen verbeteren… Een belangrijk onderdeel van een verbeteringstraject vormen de opleidingen en individuele coachings rond change management, vaardigheden om op een efficiënte manier te werken, effectief mensen aansturen…Twee jaar geleden hebben we ook een afdeling arbeidsrecht en HR opgestart. In dit kader voorzien we adviesverlening en opleidingen. De meerderheid van de trajecten worden volledig op maat gemaakt.

Vanessa Lauwers: Ik ben opleidingsverantwoordelijke bij U-man in Mechelen, dat 26 jaar bestaat. U-man is steeds een trainingsbedrijf geweest en dat is nog altijd de corebusiness. Later is daar op vraag van de klanten coaching bijgekomen. We ervoeren dat kmo-leiders graag een persoonlijke touch willen. We richten ons vooral op zaakvoerders en hebben een heel breed aanbod in ons opleidingspakket: communicatie, time management, leadership, sales,…

Germaine Rediger: Indialogue organiseert trainingen en coaching-opleidingen. We zijn gespecialiseerd in communicatie, en niets meer. Dat is op zich al breed genoeg. De coaching is essentieel executive en political coaching, alsook teamcoaching. We geven ook een keer per jaar een door het ISNS gecertificeerde coachopleiding. We zijn eigenlijk neurosemanticus, gericht op de betekenis van het woord. (ISNS: international society of neuro semantics, red.)

Michèle Lemmens: QI Talenet bestaat sinds 2008 en is gericht op training en coaching. We werken veel op teamcoaching, vanuit een positieve oriëntatie. We zoeken niet waar het fout is gegaan, maar wel hoe we situaties kunnen herkaderen. We organiseren ook een vuurlopen.. Als mensen door het vuur gaan, verandert er iets, vuur is zuiver en vuur transformeert. Zoals in het gezegde ‘je gaat voor iemand door het vuur’ Verder werken we rond communicatie en leiderschap. Een apart luik zijn de HR-trainingen, soft skills vaardigheden, selectiegesprekken, functioneringsgesprekken,…

Christel Pintens: De VDAB is hier een vreemde eend in de bijt. Ik geef geen opleiding, maar werk binnen VDAB als provinciaal accountmanager in de metaalsector. Dat betekent dat ik bedrijven in deze sector wegwijs maak in het arbeidsmarktgebeuren. Ik ben hier vandaag omdat ik veel opleidingsbehoeften detecteer. Ik vind het belangrijk om veel insteek te krijgen om mee te nemen naar de bedrijven.

Danny Lauwers: Antwerp Management School is een onafhankelijke business school onder de vleugels van Universiteit Antwerpen en bestaat meer dan 50 jaar (het vroegere IPO of UAMS). Wij bieden opleidingen voor young graduates, net afgestudeerden die nog een master willen halen, in verschillende domeinen. We rekruteren daar internationaal voor. Op dit ogenblik hebben we 35 nationaliteiten in 8 masteropleidingen. Naast de young graduates heb je de executives, de doelgroep van dit panelgesprek. Zelf ben ik verantwoordelijk voor de executive opleidingen. Dan zijn er nog een zestal masteropleidingen naast een aantal korte tot middel langlopende opleidingen in verschillende domeinen: HR, leiderschap, finance. Op basis daarvan doen we ook company specifieke opleidingen op maat gemaakt.

Patrick Van Aeken: ACT Partners staat voor advies, coaching en training. We bestaan dit jaar 20 jaar. We zijn actief op drie domeinen: leading yourself, leading others en leading your company, in die volgorde. Alles start met jezelf te kunnen aansturen, je sterktes en zwaktes te kennen om vandaaruit je actieplan te maken. Als je jezelf goed kan aansturen, kan je ook beter anderen aansturen. In leading your company behandelen we strategische vraagstukken: visie, missie, waarden,… ACT bestaat uit senior consultants, die allen gecertificeerd zijn om te werken met professionele tools. Voorbeelden van deze certificaties : MBTI Step II, Situational Leadership, ICF (International Coaching Federation). Certificatie en professionalisme worden steeds belangrijker in de sector.

Mensen moeten gepushed worden

Wat zijn de voornaamste bekommernissen van de sector?

Ann De Wit: Wij verlenen ook juridisch advies en het is niet evident om op de markt freelancers te vinden met juridische kennis, die dit op een praktische manier kunnen toepassen. Ze geven een advies van tien pagina’s, maar geen duidelijk antwoord op de vraag.

Paul Koeck: We missen een stuk van de markt door alleen down te communiceren. We zouden meer bottom up moeten communiceren. Traditioneel zijn we gewoon dat onze gesprekspartner ofwel de bedrijfsleider, ofwel de personeelsdirecteur is. Ik ben zelf met een experiment begonnen binnen ‘Mijn kwartier’-verhaal omdat stress en burn-out iets is dat iedereen kan aanbelangen en waarmee je niet meteen per definitie naar je baas stapt, en waarbij we rechtstreeks met de consument communiceren. Als je de begeleiding van ‘Mijn kwartier’ echt volgt, geven wij een certificaat waarmee je werkgever je kan terugbetalen. Wij merken, althans voor stress en burn-out, dat veel mensen initiatief willen nemen als je iets aan een aanvaardbare prijs voorstelt, om zelf een antwoord te zoeken en voor te financieren.

Corinne Reynders: Burn-out belangt persoonlijk aan, terwijl de motivatie voor competenties om je job goed te doen volgens mij minder groot is.

Marc Vermeulen: Hoewel sommigen goed in staat zijn om hun opleidingspad zelf te kiezen, moeten mensen over het algemeen wat gepushed worden. Dit veronderstelt bij de opleidingsverantwoordelijke én bij de supervisor/manager/directeur inzicht in hoe mensen leren en hoe nodig het is om dit te begeleiden, wil je vermijden dat er na enkele maanden niets van overblijft. Een van de grote knelpunten is om bij de aanbieders het vele kaf van het koren te scheiden. Een ander knelpunt is de laatste fase van het opvolgingstraject: er zouden meer middelen moeten worden uitgegeven bij de trainers en coachen voor de opvolging van een traject. Je laat een nieuwe wagen toch ook niet in een wei staan verroesten? Onkundig omgaan met het rendement van een opleiding is even stom.

Nensi de Heer: Een knelpunt in de sector van de taalopleidingen is het feit dat de overheid niet met privé-taalscholen wil samenwerken. In Brussel werk ik wel samen met het Huis van het Nederlands, maar in Antwerpen weigert men mij te woord te staan en wordt uitsluitend met gesubsidieerd onderwijs samengewerkt (CVO,…). Daarnaast is er de B.T.W. van 21% die wij zouden moeten gaan heffen als privé-taalschool. Daar was vijftien jaar geleden al sprake van. Nu ligt dat weer op tafel. Het is uitgesteld tot september. Particulieren en vzw’s, die niet B.T.W.-plichtig, zijn ook belangrijke klanten voor ons.

Moeten jullie veel tijd steken in het overtuigen van bedrijven voor het nut van een opleiding?

Vanessa Lauwers: Bedrijven zien opleiding teveel als een kost en kijken niet naar wat het opbrengt. De kmo-zaakvoerder ziet niet altijd de noodzaak van een opleiding dus moeten we hem de spiegel voorhouden zodat hij beseft hoe belangrijk het kan zijn voor de expansie van zijn bedrijf.

Marleen Miechielsen: Dat is afhankelijk van het onderwerp. Bij communicatietraining zie je niet direct het resultaat en men ziet het in eerste instantie vaak als een kost. Bij onze financiële opleiding, waarbij mensen leren hoe ze moeten incasseren, leren om efficiënt de telefoon vast te nemen, zie je veel sneller resultaat. Bepaalde trainingen verkopen zichzelf.

Christel Reynders: Als je ondernemingen toont dat veel opleidingen gesubsidieerd worden – wat een van mijn taken is – kan je ze veel gemakkelijker over de streep trekken. Maar veel kmo’s zien de bomen door het bos niet meer en geven het dan vaak op.

Marc Vermeulen: Eigenlijk niet. Integendeel: ik raad bedrijven vaak aan om een opleiding niet te organiseren en te vervangen door iets wat minder geld kost: leren van een zeer performante collega, bij voorbeeld. Trainers staan te vaak voor een groep wetende dat hun interventie niets maar dan ook niets zal opbrengen. Niet omdat de deelnemers niet slim of ijverig genoeg zijn, wel omdat er geen aanmoediging is en geen ‘I want my money back’ ingesteldheid. Als iemand echt niets doet met wat hij in een opleiding heeft gezien zou je als bedrijf het geld moeten terugeisen van de deelnemer. Het lijkt wel dat bedrijven vaak veel schroom hebben om over die goede oude, maar gezonde ROI (Return On Investment) te spreken

Ann De Wit: Bij opleidingen in het arbeidsrecht en in procesoptimalisatie zien de klanten reeds op voorhand hun besparingen. Ze kunnen direct hun rekening maken. Voor verbeteringstrajecten werkt Implementis als enige in de Belgische markt volgens het principe no cure no pay. Wij werken met een resultaatsgarantie en garanderen contractueel 100% terugbetaling van uw investering.

Patrick Van Aeken: We moeten ons belang als trainer ook niet overschatten, als we er vanuit gaan dat mensen voornamelijk leren op de werkplek door dingen te doen. Als opleiders kunnen wij iets zaaien en hopen dat er nadien op de werkplek iets mee gebeurt. Maar daar hebben wij geen impact op. Volgens het principe 70-20-10 leren mensen 70% op de werkplek en slechts 10% formeel, in een klaslokaal. Wat we dan wel kunnen doen, is leidinggevenden trainen in hoe zij op de werkplek het leren van hun medewerkers kunnen ondersteunen.

Ronald Franck: Ik ben zelf zaakvoerder van een kmo. Voor mijn eigen mensen voorzie ik opleidingen. Ik weet dat het nuttig is, maar je moet het ook kunnen inpassen in je business model. Als je in een concurrentiele markt moet knokken om te overleven, is het moeilijk om een keuze te maken. In verband met de opmerking van Paul Koeck wij zien zelf wel mensen die persoonlijk willen investeren in opleiding, om meer kans te maken op de arbeidsmarkt, ook allochtonen.

Michèle Lemmens: Ik kan Paul Koeck volgen als hij zegt dat de verantwoordelijkheid bij de mensen zelf dient gelegd te worden . Het lijkt wel of wij vinden dat niet iedereen daartoe in staat is. Coaching kan dit zeker stimuleren, en ik denk dat er werk aan de winkel is op dat terrein. Het is ook een maatschappelijk gegeven: alles wordt voor ons beslist en in regels gegoten….

Corinne Reynders: Sinds de crisis zijn bij kleine kmo’s de investeringen in opleidingen verminderd. De bedrijfsleiders van kleine kmo’s zijn moeilijker te overtuigen en zien de noodzaak niet in. Daar dan kan je wel bottom-up werken.

Marleen Miechielsen: In België is ongeveer tien procent van de faillissementen te wijten aan mismanagement. Ambachtsmannen kunnen ongetwijfeld goed met hun handen werken, maar het is belangrijk dat ze ook hun administratie en managementvaardigheden op punt hebben. Opleidingen kunnen daarbij helpen. Wij willen graag ook die mensen bereiken..

Nicky Lockitch: Voor onze soft-skills opleidingen, krijgen we vaak de vraag naar “return on investment”. Klanten vragen zich af wat ze zullen krijgen voor hun investering en terecht. Wij zien dit nog breder en spreken graag van een maximale “return on expectations”. N.l. wat is naast het financiële de beoogde impact op de organisatie ? Deze verwachtingen kunnen erg verschillend zijn. Vandaar dat wij hoofdzakelijk maatwerk leveren.

Hoe transparant zijn de resultaten?

Maken jullie statistieken van wat de opleidingen en trainingen hebben opgebracht? Weten jullie van jullie klant of er resultaat is?

Ann De Wit: In het kader van besparingstrajecten hebben wij per traject uitgerekend wat het heeft gekost en wat het bespaard heeft. Wij garanderen die besparingen contractueel. We halen bij onze klanten een gemiddelde productiviteitsverbetering tussen 15% en 25%. Wij bieden enkel een samenwerkingsvoorstel aan indien we voldoende verbeteringspotentieel kunnen identificeren om een ROI te realiseren van minimum 200 à 300%.

Geert Frans: Wij zijn actief in een sector waar de afgelopen 50 jaar nooit een opleidingscultuur was. Nu wordt men verplicht om opleiding te volgen. We merken dat dit nu versneld begint te gaan. De bedrijfsleiders zien in dat de opleiding een meerwaarde is.

Evelien Den Tandt: Mensen hebben graag op papier bevestigd dat de opleiding of coaching iets gaat opbrengen. Op het vlak van soft skills is dat inderdaad moeilijker. Ik werk zelf met een test die kan aantonen dat mensen op neurologische niveau flexibeler geworden zijn, maar dat is nog iets anders dan effectief gedrag in situaties. Ik werk daarom ook met getuigenissen.

Marc Vermeulen: Dat moet je opvolgen, natuurlijk. Na 3 en 6 en 9 maanden is er een nabespreking. De manager, de deelnemer én de trainer zijn present om gedurende 1 uur uit te puren wat er met het geleerde gebeurt.

Paul Koeck: Bottom-up kan werken op voorwaarde dat je je business model aanpast. De mensen die bottom-up een opleiding volgen, krijgen dertig dagen follow-up voor 55 euro. Dat is een bedrag dat mensen wel willen spenderen en offertes moeten maken. Je kan dat voor 55 euro doen als je niet moet gaan onderhandelen met de directeur van de kmo voor je een contract sluit. Als je een bottom-up akkoord heb, kan je een goedkopere methodiek hanteren. Daarnaast hebben wij inderdaad een bewezen effect. Door de universiteit van Mons laten wij research doen op de resultaten met universitair bewezen testen. Dat overtuigt mensen. Testimonials zijn ook nuttig, maar die kosten moeite en zijn slechts zinvol bij een voldoende grote markt.

Patrick Van Aeken: Wat de return on investment van opleidingen betreft, zie ik dat bij leidinggevenden en bedrijfsleiders zelf vaak het minimum ontbreekt, dat ze niet eens hun werknemers-cursisten briefen en hen achteraf niet vragen hoe het geweest is of wat ze geleerd hebben. Daar wringt het schoentje.

Vanessa Lauwers: Na elke training of coaching cycle wordt er door onze Kwaliteitsafdeling gemeten hoe tevreden de klant is. Indien nodig worden bijkomende acties ondernomen. Een tevreden klant voor ons is een klant die effectief TOEPAST wat hij geleerd heeft.

Hoe wordt iemand voldoende expert om een opleiding of training te geven? Wat is het profiel van een opleider/coach? Waar halen jullie de expertise om tegen mij te zeggen hoe ik het moet doen?

Marleen Miechielsen: Een goede opleider beschikt over een combinatie van kennis, al dan niet academisch, pedagogische vaardigheden en praktijkervaring. In bepaalde ‘opleidingsfabrieken’ krijgen mensen hun trainingspakket. Ze leren dat van buiten en gaan dan training geven. Dat zijn voor mij minder goede trainers.

Nicky Lockitch: Inderdaad, als je geen praktijkervaring hebt met het onderwerp is het toch moeilijk om geloofwaardig te zijn. Daarnaast moet je je materie ook kunnen brengen. Daar moet je ook de opleiding voor hebben gekregen en dan is er nog de passie nodig om iets te brengen.

Marc Vermeulen: Ik zie veel passie aanwezig, maar dat is niet genoeg. Tegenwoordig zijn er mensen die bij ontslag een coachingbedrijf oprichten, omdat ze ervaring hebben en opleidingen hebben ingekocht, maar dat is niet genoeg. Je moet vooral een goed analysevermogen hebben en in het reine zijn met jezelf.

Paul Koeck: Er zijn twee modellen. Bij het Europees model, het Prima Donnamodel, vertrekt de trainer vanuit de eigen expertise omdat hij ervaring heeft in het veld en training skills heeft aangeleerd. Op het ‘American society for training en development-congres’ zie je dat van de 8.000 deelnemers er ongeveer 1.500 script writer zijn en ongeveer 6.500 trainer. In Amerika hebben ze een model waar met goed opgebouwde scripts trainers goed zijn, dankzij de kwaliteit van het script. Omdat we in Europa die expertise over het algemeen niet hebben, geldt dat je alleen maar een goede trainer bent als je effectief uit het ervaringsveld komt, maar het is niet de enige mogelijkheid.

Michèle Lemmens: Aan het ego van trainers moet op tijd en stond eens goed aan geschud worden. Je moet jezelf continu in vraag durven stellen. Dat is een grote investering in tijd, maar heel belangrijk. Ook belangrijk is om je leervormen open te trekken: een boek lezen, intervisie, supervisie… Dit alles streven we zeker na bij QiTalent.

Vanessa Lauwers: Een goede trainer is in staat om zijn publiek in actie te zetten. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de deelnemers effectief aan de slag gaan en resultaten behalen. Er is geen eenduidend profiel voor een coach/trainer. De resultaten en de feedback van de klanten is zeer belangrijk.

Corinne Reynders: Als trainer moet je genoeg basis hebben opgebouwd, zodat je van je script weg kunt en kan inspelen op je publiek. Daar ligt de maturiteit van een trainer.

Marc Vermeulen: Een belangrijke eigenschap is consequent gedrag. Als je een onderwerp geeft, moet je dat niet alleen kennen, maar ook zelf kunnen toepassen en daar falen vele trainers. Ze geven stressmanagement, maar zijn zelf stresskippen.

Werner Van den Eynden: Wij werken bij voorkeur samen met freelancers die in het veld staan, maar ze moeten er niet in gebetonneerd zijn. We zetten ze regelmatig eens in een andere situatie – we maken ze bv directeur van een pingpongballenfabriek – en als ze dan dichtklappen, betekent dit dat ze alleen maar in hun eigen kunnen stramien denken. Er moet ook gedrevenheid bij zijn.

Ronald Franck: Passie is belangrijk, maar mag niet overheersen. Wij hadden ooit een te gepassioneerde trainer. Hij had niet door dat hij het publiek niet meer mee had.

Patrick Van Aeken: Hoewel trainer en coach een gelijkaardige rol vervullen, is er een nuance tussen wat een coach en wat een trainer moet hebben. Een trainer staat immers meestal voor een groep en een coach face to face. Een trainer vertelt een verhaal, moet présence hebben tov een groep, terwijl een coach meer werkt met wat er in de coachee zelf zit om de coachee te laten groeien. Dat vereist van de coach nog meer luistervaardigheden, meer kunnen confronteren, empathie tonen,…

Michèle Lemmens: Het is een meerwaarde om als trainer coach-vaardigheden te hebben.

Welke goede raad kunnen we bedrijven nog geven?

Welke adviezen kunnen we onze lezers nog meegeven? Waar moeten bedrijven in de toekomst meer rekening mee houden dan ze vandaag al doen?

Paul Koeck: We moeten transparantie creëren in het eindresultaat dat we onze klanten kunnen bieden, zowel voor de bedrijfsleider als voor de werknemer. We moeten ons huiswerk goed maken om simpel te kunnen uitleggen wat de benefit van de training is.

Daar is de nieuwe consument naar op zoek.

Evelien De Tandt: In grotere bedrijven wordt vaak tijd voorzien voor opleiding. In veel kmo’s is dat niet zo en ondervinden mensen die training volgen stress. Ze zitten met hun hoofd bij hun job. Een percentage van een job zou sowieso naar opleiding moeten gaan.

Geert Frans: In onze sector worden mensen verplicht om levenslang te leren en permanente vorming te volgen. Wij kaderen binnen de FOD mobiliteit en worden verplicht om de obligate PowerPoint af te rammelen. Onze uitdaging ligt erin om dit op een aangename manier te brengen. Voor mij moet een trainer iets kunnen overbrengen. Het mag nooit iemand zijn die zichzelf een pluim geeft op het einde van de dag.

Marleen Miechielsen: Open opleidingen zijn ook zeer nuttig, zeker voor kmo’s die geen groot team hebben dat ze samen kunnen brengen voor een opleiding op maat. Een open standaard opleiding rendeert ook.

Nicky Lockitch: Al te vaak zien kmo’s opleidingen nog als een kost en niet als een investering. Ik zou graag een veelzeggende quote meegeven waarbij de CFO vraagt: What if we invest in the development of people, and then they leave? En de CEO: What if we don’t and they stay?

Marc Vermeulen: Ik heb drie tips. 1. Laat je als bedrijfsleider minstens eens zien op de training. 2. Trainers zijn geen prostituees, het gaat verder dan ons betalen. 3. Verwacht niet teveel van opleiding, maar verwacht dat de deelnemer één trapje hoger moet. Mensen veranderen stapsgewijs.

Ronald Franck: Investeer in een veiligheidscultuur. Het is geen kost, het brengt alleen op.

Werner Van den Eynden: We moeten inzetten op preventieve opleidingen. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Geef ook tijd om de nieuwe informatie te implementeren. Wij kijken een maand na de opleiding of de leerdoelen behaald zijn, wanneer de euforie van net na de training weggeëbd is.

Nensi de Heer: Kmo’s moeten trainingen zien als een investering. Een medewerker die talen kent kan op een grotere markt ingezet worden. De opdrachtgever moet ook goed zeggen wat doelstellingen van een training moeten zijn. Als we dat zelf moeten uitzoeken, gaat er tijd en geld verloren.

Ann De Wit: Maak kennis met de trainer vooraleer hij de opleiding komt geven. Veel bedrijven kopen een opleiding aan de telefoon en hebben de trainer nooit gezien. Het kan een enorme meerwaarde zijn als ze de trainer vooraf uitnodigen om kennis te maken. Hoe meer informatie de trainer krijgt, hoe beter hij de opleiding op maat kan maken zodat de voorafbepaalde doelstellingen worden gehaald. Bovendien kan je zo meteen afstemmen of de aanpak van de trainer past binnen de cultuur in uw onderneming.

Vanessa Lauwers: Ga in communicatie met de trainer, zodat je minstens een gezicht op hem of haar kan plakken. Eis resultaten van je trainer, wees niet tevreden met veel theorie maar vraag hem/haar de nadruk op praktijk te leggen. Vraag feedback na de training, zodat je weet wat je mensen ervaren hebben en hoe je hen verder kan begeleider. En als trainer is het belangrijk dat je ook in de spiegel durft kijken: wat had ik anders/beter kunnen doen. Het is voortdurend aan jezelf werken.

Germaine Rediger: Bedrijfsleiders zien hun mensen niet als het bedrijf. Als iedereen uit je bedrijf weggaat, dan blijven er muren over. Het potentieel zit in je mensen. Bedrijfsleiders zijn daar niet voldoende bewust van. Er moet geïnvesteerd worden in het kapitaal van je mensen, en niet in stoelen. Kwaliteit staat gelijk aan expertise voor mij en expertise bouw je op over jaren. Wij eisen dat trainers minstens vijf jaar lessen volgen voor ze zelf mogen beginnen trainen. Dat is heel belangrijk. Je zit met menselijk materiaal. Daar mag je niet mee spelen. Trainers gaan veel met symptomen werken, en gaan daarop trainen, waardoor ze tot de oorzaak kunnen komen en waardoor er veel minder resultaat bereikt wordt. Voor kmo’s kunnen open trainingen zeker heel belangrijk zijn.

Michèle Lemmens: Vergeet jezelf niet als kmo-bedrijfsleider. Werk aan je persoonlijke ontwikkeling, aan leiderschap, aan effectieve communicatie en probeer de manier waarop je omgaat met mensen op een niveau te brengen dat van maturiteit getuigt. Soms zie ik communicatie van kleuterschoolniveau. Ik kan ook niet geloven dat er trainingen gegeven worden zonder intake, draaiboek, opvolging, … Als je trainingen laat geven in je bedrijf ga dan na of er aan al deze punten voldoende aandacht wordt geschonken.

Christel Pintens: Als je wil groeien, innoveren,… kan je opleidingen niet buitenhouden. Er zijn geen witte raven meer, ook geen gevlekte, het zijn zwarte raven geworden. Werkplekleren zal nog sterk toenemen. Het is een mooie vorm om een vak aan te leren. Sinds 1 april is er in het kader van het eenheidsstatuut de motivatieplicht en dat is een mooie insteek om kmo’s te sensibiliseren om meer rond hun personeel te gaan werken, anders gaan ze tegen de muur knallen wanneer ze mensen moeten ontslaan.

Danny Lauwers: Open opleidingen zijn zeer waardevol om een zekere competentie binnen te halen. Vandaag vechten we met de crisis en wordt er gekeken naar opleidingsbudgetten, vooral voor open opleidingen, en ook ontbreekt de tijd vaak om een opleiding te volgen. Een ander probleem is dat iedereen die vandaag zonder werk valt, morgen opleider kan worden. Er is wat wildgroei. Als kmo bedrijfsleider wordt het moeilijk om uit het bos een boom te kiezen.

Patrick Van Aeken: Er bestaan vandaag certificaties die bedrijfsleiders kunnen helpen om professionele trainers en coaches aan te trekken. Een voorbeeld hiervan is de Personal Coach Certification van van de International Coaching Federation.. Aan kmo-bedrijfsleiders zou ik verder willen meegeven dat ontwikkeling belangrijk is, maar ontwikkeling is veel meer dan mensen naar een training sturen. Wees je ook bewust van je eigen voorbeeldrol. Je bent zelf als leidinggevende de beste uitdrager van wat je wil bewerkstelligen.

Interview: Freddy Michiels
Verslag: Nicole Verstrepen
Foto’s: Wilfried Deferme

Bron: kmo-insider.biz